5. Evaluatie

Nazorg

Het is dus van belang om voldoende aandacht te besteden aan de nazorg (3,21):

• Wees alert op restverschijnselen zoals nachtmerries, moeilijk uit zijn/haar woorden kunnen komen en problemen op het gebied van geheugen, concentratie of slapen. Deze verschijnselen kunnen soms weken tot maanden aanhouden. Beoordeel hierbij goed of de cliënt klachten heeft die er vóór het delier nog niet waren. De cognitie van mensen die een delier hebben gehad zou moeten verbeteren nadat het delier is verbleekt. Gebeurt dat niet en blijft iemand bijvoorbeeld gedesoriënteerd, last houden van agitatie of van nachtmerries, neem dan contact op met de huisarts.

• Spreek met de cliënt en mantelzorgers of andere naasten over het doorgemaakte delier. Voor sommige mensen is de emotionele impact groot. Zo kunnen mensen gevoelens van schaamte ervaren of angst om nogmaals een delier te krijgen. Geef uitleg over het delier en preventie hiervan. Hierdoor is het voor de mantelzorger mogelijk om een volgende keer de symptomen (vroeg) te herkennen.

• Benoem het doormaken van een delier standaard in de voorgeschiedenis/tijdlijn in zorgdossier en in de verpleegkundige overdracht. Rapporteer hierbij welke symptomen er voornamelijk zichtbaar waren; dit kan helpen bij vroegtijdige herkenning van een eventueel nieuw delier.

• Wanneer er in verband met het delier antipsychotica is gestart is het belangrijk dit in samenspraak met de huisarts af te bouwen. Afbouw van medicatie moet gestart worden als symptomen weg zijn, zie ook medicamenteuze behandeling.

Geef hier je feedback op dit onderdeel!