Praktische tips bij delier

Bij desoriëntatie

  • Laat de patiënt zo min mogelijk alleen; ook aanwezig zijn zonder iets te doen kan steun geven.

  • Zeg regelmatig wie u bent en wat u komt doen.

  • Vertel de patiënt waar hij is.

  • Spreek rustig in korte zinnen en stel korte vragen.

  • Beperk bezoek in aantal personen en tijdsduur, ook tijdens artsenvisites! Dat geldt ook bij inloop van vele betrokken disciplines.

  • Ga in het gezichtsveld van de patiënt zitten en zoveel mogelijk aan één zijde van het bed.

  • Let erop dat de patiënt (indien van toepassing) een schone bril en werkend gehoorapparaat gebruikt.

  • Zorg voor continue verlichting van de kamer, ook 's nachts door middel van een nachtlampje.

  • Hang een klok op met duidelijk zichtbare wijzerplaat.

  • Benoem dag en tijdstip.

  • Plaats eventueel belangrijke foto's binnen het gezichtsveld van de patiënt.

  • Gebruik eventueel bekende materialen van thuis: kussensloop, dekbedhoes, vertrouwde geuren (aftershave of parfum).

  • Controleer of het gezegde begrepen wordt, maar besef dat niet alles zal blijven hangen in het geheugen.

  • Zeg wanneer u weer terugkomt, schrijf dit eventueel duidelijk leesbaar voor de patiënt op.

  • Als de patiënt 's avonds wel moe is maar niet in slaap komt, kan het helpen hem juist alleen te laten, de verlichting helemaal uit te doen en de kamer te verduisteren en geluidsprikkels te vermijden (12).

Bij wanen en hallucinaties

  • Ga niet mee in de vreemde ‘waanideeën'; probeer de patiënt niet tegen te spreken maar zo mogelijk wel duidelijk te maken dat uw waarneming anders is.

  • Praat met de patiënt over echte gebeurtenissen; betrek de patiënt in het hier en nu door bijvoorbeeld stukjes voor te lezen uit plaatselijke of regionale krant.

  • Vermijd discussie, stemverheffing en het op confronterende wijze tegenspreken van de patiënt; maak zo mogelijk wel duidelijk dat de waarneming van de patiënt niet juist is.

  • Toon begrip voor emoties en angst die wanen en hallucinatie opwekken.

  • Probeer om de boodschap achter het verhaal te achterhalen.

  • Zorg ervoor dat de patiënt goed zicht heeft op zijn omgeving, dat wil bijvoorbeeld zeggen niet bij de deuropening zachtjes praten met derden. Besef dat achter een bedgordijn geluiden van medepatiënten te horen zijn (12).

Bij fysieke onrust - motorische onrust

  • Waarborg een veilige omgeving door:

    • het wegnemen van scherpe en harde voorwerpen

    • het zetten van het bed op de laagste stand

    • het naar beneden doen van de bedhekken

    • het eventueel bekleden van bed of stoel met zachte materialen

  • Ga zorgvuldig om met beschermende maatregelen zoals fixatie; soms kunnen deze maatregelen onrust juist versterken. Deze maatregelen moeten niet te snel, maar zeker ook niet te laat genomen worden Beschermende maatregelen dienen regelmatig geëvalueerd te worden op hun noodzaak en proportionaliteit. Hiertoe dient het eerder genoemde instellingsprotocol gevolgd te worden.

  • Ga na of er factoren zijn die de onrust versterken, denk hierbij aan een volle blaas of obstipatie.

  • Stimuleer de aanwezigheid van vertrouwde personen en beperk het aantal personen in de omgeving van de patiënt (12).

Bij angst

  • Hanteer een rustige, vriendelijke houding die niet als bedreigend overkomt.

  • Spreek eventueel de patiënt aan in het dialect dat hij gewend is.

  • Gebruik weinig woorden.

  • Creëer een rustige en stabiele omgeving.

  • Achterhaal indien mogelijk wat de oorzaak van de angst is (hallucinaties, wanen, controle-verlies).

  • Laat de patiënt niet alleen bij hevige angst of paniek.

  • Ga na wie of wat een positieve uitwerking hebben op de angst van de patiënt.

  • Maak regelmatig een sociaal praatje, aansluitend bij de leefwereld en interesses van de patiënt.

  • Vermijd beladen of emotionerende gespreksonderwerpen (12).

Bij overgevoeligheid van prikkels en waarnemingen

  • Beperk omgevingsprikkels door overzichtelijke en ordelijke inrichting.

  • Beperk het aantal zorgverleners en bezoekers.

  • Laat radio of televisie niet aanstaan. Sluit eventueel deuren indien geluiden de onrust versterken.

  • Gebruik een vaste dagindeling.

  • Benader de patiënt op een rustige en geruststellende wijze (12).

Bronnen

12. Pallialine. Niet-medicamenteus. [Internet]. 2010. Beschikbaar via: https://www.pallialine.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=31710&richtlijn_id=731 [Geraadpleegd 22 maart 2022].